MARGREET BOUMAN ‘EEN PORTRET VAN MIJ IS EEN PORTRET VAN IEDEREEN’
Tekst: Moniek Spaans
In het werk van beeldend kunstenaar Margreet Bouman (Haarlem, 1953) staat het zelfportret centraal. Al jaren tekent en schildert ze steeds haar eigen hoofd met potlood, aquarelverf en bister. Daarbij gaat het haar niet om de uiterlijke gelijkenis, maar om de wereld achter het gezicht.
‘Een ontzettend gedegen opleiding waar ik veel heb opgestoken, zowel van de verschillende teken- en schil- dertechnieken als van de lessen kunstbeschouwing en kunstgeschiedenis.’ Margreet Bouman is nog altijd vol lof voor de lerarenopleiding tekenen en kunstgeschiede- nis MO-B in Amsterdam. En ze heeft ook veel profijt gehad van haar lesbevoegdheid. ‘Naast mijn vrije werk heb ik veel lesgegeven, waaronder tien jaar aan de AKI in Enschede en vier jaar aan de avondopleiding van de Gerrit Rietveld Academie. Ook nu geef ik nog les, en nog steeds met plezier. Mijn lespraktijk zorgt ervoor dat er altijd geld in het laatje komt, zodat ik daarnaast alle ruimte heb voor mijn eigen werk.’
Vanaf alle wanden van haar ruime atelier kijkt Bouman je aan, getekend met potlood, geschilderd met bister of aquarelverf. Het is onmiskenbaar de kunstenaar in eigen persoon, maar toch zijn het geen echte zelfportretten, zegt Bouman. ‘De mens heeft altijd centraal gestaan in mijn werk. Eerst tekende ik nog het hele lichaam, maar uiteindelijk alleen nog maar het hoofd, de kop, omdat dat voor mij het gedeelte is waarin alles zich afspeelt, waarin alles gebeurt. Ik gebruik weliswaar altijd mijn eigen gezicht, maar toch is er eigenlijk geen sprake van een zelfportret. Mijn gezicht is een terugkerend sjabloon dat symbool staat voor de mens, verhalend over zijn innerlijke belevingswereld.’
DIEPERE LAAG
Het is de gelaagdheid van de mens die haar boeit. ‘Dat ik naar jou kan kijken, een beeld van je heb, maar dat ik weet dat daar nog iets achter zit, iets wat verder reikt dan jouw verschijning, jouw beeltenis. Ik ben altijd gefascineerd geweest door wat zich achter de zichtbare wereld bevindt, door het collectieve onbewuste, de die- pere laag die alle mensen gemeen hebben, door het idee dat alles en iedereen met elkaar verbonden is. In die zin is een portret van mij een portret van iedereen.’
Met die gelaagdheid is ze gaan spelen, door letterlijk verschillende beelden over elkaar heen te zetten. Een werkwijze die ze recentelijk weer heeft opgepakt, zie Zelfportret zonder titel 2024 op blz. 10. ‘Op een vel tekenpapier heb ik een kop uit de Romeinse tijd nage- schilderd. Vervolgens heb ik op transparant ruitjespapier mijn eigen kop getekend, die ik gedeeltelijk over het onderste vel heen heb gelegd. De zijkanten van mijn gezicht heb ik uitgegumd om de lagen beter te laten samenvallen. Deze gelaagde werken zijn uiteindelijk uit- gegroeid tot een hele serie.’
HURT HEADS
Een andere serie die ze maakte, had een minder prettige aanleiding. ‘Op weg naar huis na een avond lesgeven. aan de Rietveld, kwam ik met mijn fietswiel in de tram- rails terecht. Ik ging onderuit en viel op mijn gezicht. Niet best voor iemand die haar eigen kop als uitgangs- punt voor haar werk gebruikt…
Ik vroeg mijn vriend thuis alle spiegels af te dekken, ik kon het niet aan om naar mijn beschadigde gezicht te kijken. Toch heeft hij in die periode verschillende foto’s van mijn kop gemaakt waar ik uiteindelijk wel naar durfde te kijken. Die foto’s heb ik gebruikt voor de serie Hurt Heads.’
HALF GEZICHT
Op grote potloodtekeningen aan de muur van haar ate- lier is steeds maar een half gezicht getekend. ‘Die serie is gebaseerd op een tekening van Edvard Munch, getiteld Ogen. De Stem, waaronder hij een korte tekst heeft geschreven. Een afbeelding van dit werk ligt al heel lang op mijn atelier.’
Dine øine ere store som den halve himmel når du står nær mig og håret der har guldstøv og munden ser jeg ikke – ser blot du smiler
Je ogen zijn zo groot als de helft van de hemel als je naast me staat en je haar heeft goudstof en je mond zie ik niet – zie alleen dat je lacht
‘In de coronatijd nodigde mijn broer, ook kunstenaar, die in Parijs woont, mij en mijn vriend uit om een maand naar Frank- rijk te komen om een grafiekmap te maken. Ik besloot om iets met die afbeelding van Munch te gaan doen. Geïnspireerd op Ogen. De Stem maakte ik een ets die ik de titel Universum meegaf.
‘Ik ben altijd gefascineerd geweest door wat zich achter de zichtbare wereld bevindt’
UITSTRALING
‘Het is niet dat ik bewust in series werk, ze ontstaan al doende. Ik werk net zolang aan een onderwerp dat ik bij de kladden heb, totdat het klaar is, totdat er niets meer komt. Zo raakte ik tijdens een reis naar Antarctica gefascineerd door die eenkleurige. wereld, al die verschillende tonen wit. Die eenkleurigheid wilde ik meenemen in mijn werk.’
Ik was zeker tevreden over die ets, maar eenmaal terug in Nederland had ik het gevoel dat ik nog meer met het werk kon doen en ben ik grote tekeningen gaan maken. In het begin bleef ik dicht bij de oorspronkelijke tekening van Munch, maar uiteindelijk heb ik mijn eigen foto’s gebruikt. Foto’s die ik gemaakt had in een bos in Zeeland en foto’s van mijn eigen kop. Toen de tekeningen eenmaal bij elkaar aan de muur hin- gen, zag ik dat het eigenlijk één groot werk was: een zwerf- tocht door mijn gedachtes, met als titel Stemmen | In het woud.’
Het leidde tot een serie monochrome portretten geschilderd met bister, een natuurinkt, die zich daar goed voor leent. Ook in deze serie ging het Bouman niet om een uiterlijke gelijkenis weer te geven, maar meer om de uitstraling van het portret. ‘Ik zie het portret meer als een kapstok. Naar wie je ook kijkt, je weet nooit precies waarnaar je kijkt, er zit altijd iets anders achter de uiterlijke verschijningsvorm. Dat andere probeer ik steeds opnieuw te vangen.’
www.margreetbouman.nl
insta@margreetbouman